Een overzicht van onderzoeken, beleidsimplicaties en de relatie met negatieve rente
1. Inleiding
De rol van contant geld in moderne economieën is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. De opkomst van digitale betalingen, contactloze technologieën en online handel heeft geleid tot een daling in het gebruik van fysieke valuta. Tegelijkertijd worstelen centrale banken wereldwijd met structureel lage rentevoeten, beperkte beleidsruimte en stijgende digitale risico’s.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft in dit kader meerdere studies uitgevoerd naar de afschaffing of vermindering van contant geld (“de-cashing”) en de mogelijke voordelen, risico’s en beleidsopties die daarmee gepaard gaan.
Een van de meest controversiële, maar intellectueel intrigerende implicaties betreft de mogelijkheid tot negatieve rente — een beleidsinstrument dat onder normale omstandigheden wordt beperkt door het bestaan van contant geld.
2. Theoretische achtergrond: contant geld en de “zero lower bound”
Zolang burgers en bedrijven de mogelijkheid hebben om geld fysiek aan te houden, bestaat er een natuurlijke ondergrens voor de rente: de zero lower bound (ZLB).
Wanneer een centrale bank een negatieve rente invoert, kunnen spaarders eenvoudigweg hun geld opnemen in de vorm van contant geld, dat altijd 0% rendement oplevert. Daardoor wordt de effectiviteit van monetair beleid beperkt in perioden van deflatie of recessie.
Het IMF erkent dat het bestaan van contant geld de beleidsruimte van centrale banken in crisistijden beperkt. In de woorden van Agarwal & Kimball (2019):
“As long as cash and deposits are at par, the effective lower bound on nominal interest rates is close to zero.”
Door het afschaffen of waardetechnisch ontkoppelen van contant geld van elektronisch geld, kan de ZLB worden doorbroken, waardoor centrale banken effectief diep negatieve rentetarieven kunnen hanteren.
3. De kern van het IMF-onderzoek: belangrijkste publicaties
3.1 The Macroeconomics of De-Cashing — Kireyev (2017)
Deze IMF-working paper introduceert het concept de-cashing: het proces waarbij een economie geleidelijk overschakelt van fysiek naar elektronisch geld.
Kireyev beschouwt “de-cashing” als een multidimensionaal proces met effecten op:
- De reële economie: kostenbesparingen in transacties, snellere circulatie van geld;
- De fiscale sfeer: vermindering van belastingontduiking en informele economie;
- Het monetaire beleid: versterking van beleidsinstrumenten en transmissiemechanismen;
- De financiële stabiliteit: afhankelijkheid van elektronische infrastructuur en vertrouwenssystemen.
Volgens Kireyev kan het afschaffen van contant geld leiden tot:
“an expansion of monetary policy scope by eliminating the zero lower bound constraint.”
Echter, hij benadrukt dat het proces geleidelijk en inclusief moet verlopen om te voorkomen dat kwetsbare bevolkingsgroepen worden buitengesloten.
3.2 Decoupling Cash from Electronic Money — Assenmacher et al. (2018)
In dit paper onderzoeken IMF-economen de mogelijkheid om de wisselkoers tussen contant geld en elektronisch geld te “ontkoppelen”.
Het idee is dat de centrale bank de waarde van cash kan laten devalueren ten opzichte van digitaal geld wanneer negatieve rente wordt toegepast. Zo kan men negatieve nominale rentes doorzetten zonder dat spaarders massaal cash opnemen.
“In a cashless society, or where the cash-to-deposit exchange rate can vary, central banks can set substantially negative rates without triggering a run into cash.”
De auteurs concluderen dat afschaffing van contant geld de monetaire flexibiliteit vergroot, maar waarschuwen dat publiek vertrouwen en acceptatie cruciaal blijven.
3.3 Breaking Through the Zero Lower Bound — Agarwal & Kimball (2019)
Agarwal en Kimball werken het idee verder uit:
- In een wereld zonder contant geld kan de centrale bank de rente zo ver verlagen als nodig.
- Dit biedt een krachtig instrument tegen langdurige recessies of deflatoire periodes.
Ze stellen voor om contant geld niet onmiddellijk af te schaffen, maar om een “crawling peg” in te voeren tussen contant en elektronisch geld — waarbij contant geld geleidelijk in waarde afneemt wanneer negatieve rente geldt.
Dit mechanisme behoudt tijdelijk de beschikbaarheid van contant geld, maar voorkomt dat het een obstakel vormt voor monetair beleid.
“Decoupling cash from deposits allows deeply negative rates while preserving the use of paper currency as a means of payment.”
Het paper erkent echter maatschappelijke en juridische obstakels, waaronder privacy, contractrecht en publieke acceptatie.
3.4 Falling Use of Cash and Demand for Retail CBDC — Khiaonarong & Humphrey (2022)
Deze latere studie documenteert empirisch dat het gebruik van contant geld wereldwijd daalt, vooral in geavanceerde economieën.
Jongere generaties kiezen vaker voor digitale betalingen, terwijl oudere generaties nog afhankelijk zijn van cash.
Het IMF bespreekt hier ook de rol van Centrale Bank Digitale Valuta (CBDC) als mogelijk publiek alternatief voor contant geld — met behoud van toegankelijkheid, maar zonder de beperkingen van fysiek geld.
De auteurs concluderen dat een goed ontworpen CBDC:
- Kan bijdragen aan monetaire efficiëntie;
- De beleidsruimte van de centrale bank vergroot;
- Maar sterk afhankelijk is van vertrouwen, kostenstructuur en privacybescherming.
3.5 Could Digital Currencies Lead to the Disappearance of Cash from the Market? — Pani & Maino (2025)
Dit meest recente IMF-paper modelleert hoe nieuwe digitale valuta’s, zowel publieke als private, het gebruik van contant geld kunnen verdringen.
Volgens het model kan het verdwijnen van cash endogeen plaatsvinden:
- Zodra digitale alternatieven voldoende liquiditeit en gebruiksgemak bieden,
- kan de markt zelf leiden tot een “natuurlijke uitfasering” van contant geld,
- zelfs zonder expliciet beleidsingrijpen.
De auteurs waarschuwen echter dat:
“Reintroducing cash in a cashless environment could prove extremely difficult once network effects solidify.”
Met andere woorden: zodra contant geld verdwijnt, is terugkeer praktisch onhaalbaar — wat een belangrijke beleidsafweging vormt.
4. De voordelen van het afschaffen van contant geld volgens het IMF
IMF-publicaties noemen verschillende potentiële voordelen van een cashloze economie:
| Categorie | Mogelijke voordelen |
|---|---|
| Economisch & fiscaal | Lagere transactiekosten; efficiënter betalingsverkeer; minder belastingontduiking; beperking van schaduweconomie. |
| Monetair | Sterkere transmissie van monetair beleid; mogelijkheid tot negatieve rente; meer flexibiliteit bij crisisbestrijding. |
| Beleidsmatig | Verbeterd toezicht op geldstromen; minder anonieme criminaliteit of witwaspraktijken. |
| Technologisch | Stimulans voor innovatie (snellere clearing, blockchain, CBDC). |
5. De risico’s en kanttekeningen
IMF-onderzoekers benadrukken ook significante risico’s:
- Privacyverlies: Digitale transacties zijn traceerbaar; burgers verliezen anonimiteit.
- Exclusie van kwetsbare groepen: Niet iedereen heeft toegang tot banken, internet of smartphones.
- Systeemrisico’s: Storingen, cyberaanvallen of stroomuitval kunnen hele betalingssystemen ontwrichten.
- Verlies van publieke controle: Als private partijen dominante betaalplatforms beheren.
- Onomkeerbaarheid: Eenmaal afgeschaft, is contant geld moeilijk terug te brengen.
- Politieke en maatschappelijke weerstand: Contant geld heeft symbolische waarde als symbool van vrijheid en autonomie.
De IMF-houding is daarom technocratisch voorzichtig: theoretisch erkent men de voordelen, maar praktisch pleit men voor een geleidelijke, inclusieve overgang.
6. Het verband tussen afschaffing van contant geld en negatieve rente
Een van de kernpunten uit de IMF-literatuur is dat het bestaan van contant geld een harde beperking vormt op negatieve rente.
- Zolang cash 1:1 inwisselbaar is tegen digitaal geld, kunnen spaarders negatieve rente ontwijken.
- Zonder contant geld, of met een variabele wisselkoers tussen cash en digitaal geld, kan deze beperking worden opgeheven.
De praktische implicatie is dat centrale banken bij een cashloze economie:
- Dieper negatieve rentes kunnen hanteren;
- Effectiever kunnen reageren op recessies;
- Maar ook meer politieke verantwoordelijkheid dragen voor maatschappelijke gevolgen (zoals hogere ongelijkheid of verlies van vertrouwen).
De IMF-papers van Agarwal & Kimball (2019) en Assenmacher et al. (2018) worden algemeen beschouwd als de meest invloedrijke bijdragen aan dit debat.
7. Digitale valuta als tussenoplossing
De opkomst van Centrale Bank Digitale Valuta (CBDC) speelt een sleutelrol in het IMF-denken.
Het IMF ziet CBDC’s als een manier om de voordelen van contant geld (toegankelijkheid, veiligheid, publieke controle) te combineren met de efficiëntie van digitale systemen.
Lagarde (2018), toen IMF-directeur, verwoordde dit als volgt:
“We should consider the possibility of issuing digital cash, backed by the state, to ensure trust and stability in the evolving financial ecosystem.”
Zo kan een CBDC mogelijk:
- fungeren als publieke digitale vervanger van contant geld;
- tegelijk beleidsruimte creëren voor negatieve rente en toezicht;
- zonder volledig af te doen aan inclusie en privacy.
8. Conclusie
De IMF-onderzoeken laten een consistent, maar genuanceerd beeld zien:
- Economisch en monetair: Afschaffing van contant geld kan efficiëntie en beleidsruimte vergroten, vooral door de opheffing van de zero lower bound.
- Sociaal en institutioneel: Het brengt reële risico’s mee op het vlak van toegankelijkheid, privacy en vertrouwen.
- Beleidsmatig: Het IMF pleit niet voor een onmiddellijke afschaffing, maar voor geleidelijke transitie — met nadruk op inclusie, transparantie en robuuste digitale alternatieven.
De rode draad door al deze papers is pragmatische voorzichtigheid:
Het IMF erkent dat de afschaffing van contant geld krachtige beleidsinstrumenten zou vrijspelen,
maar waarschuwt dat het sociale contract tussen burgers en de staat daarbij opnieuw moet worden uitgevonden.
9. Bronnen (selectie)
- Kireyev, A. (2017). The Macroeconomics of De-Cashing. IMF Working Paper WP/17/71.
- Assenmacher, K., et al. (2018). Decoupling Cash from Electronic Money. IMF Working Paper WP/18/191.
- Agarwal, R., & Kimball, M. (2019). Breaking Through the Zero Lower Bound. IMF Working Paper WP/19/84.
- Khiaonarong, T., & Humphrey, D. (2022). Falling Use of Cash and Demand for Retail CBDC. IMF Working Paper WP/22/27.
- Pani, M., & Maino, R. (2025). Could Digital Currencies Lead to the Disappearance of Cash from the Market? IMF Working Paper WP/25/056.
- Lagarde, C. (2018). Winds of Change: The Case for New Digital Currency. IMF Speech, Singapore.