Er komt een dag dat je wakker wordt en merkt: ik wil wel, maar ik kan niet meer. Of misschien nog confronterender: ik kan nog wel, maar ik wil niet meer zoals vroeger. Je lijf roept “stop”, waar je hoofd nog “ga door” zegt. Je moet jezelf heruitvinden — niet omdat je dat wil, maar omdat je geen keuze hebt.
Gezondheidsproblemen veranderen niet alleen je dagen, maar ook je zelfbeeld. Opeens ben je niet meer degene die alles aankon. Je wordt iemand met grenzen, iemand die moet plannen, rusten, zeggen: “ik red het vandaag niet.” En dat doet iets met je.
Volgens de stoïcijnse filosoof Epictetus ligt onze vrijheid niet in wat ons overkomt, maar in hoe we ermee omgaan. “Niet de dingen zelf maken ons van streek, maar onze ideeën over die dingen.” Mooie woorden — maar wat als je idee van jezelf juist het probleem is? Wat als je vastzit in het beeld van wie je was, in plaats van ruimte te maken voor wie je nu bent?
De Franse filosoof Simone de Beauvoir schreef dat lichamelijkheid onlosmakelijk verbonden is met ons bestaan. We zijn geen geest met een lichaam; we zijn ons lichaam. En als dat lichaam verandert, verandert ook hoe we in de wereld staan. Gezondheid is niet alleen een medische toestand — het is een bestaansvorm.
Acceptatie is dan geen passief berusten, maar een actief herschikken van wat het leven nog is. Niet meer kijken naar wat wegvalt, maar langzaam leren zien wat blijft. Wat verandert. Wat misschien zelfs groeit, op een andere manier. Zoals Boeddha leerde: lijden ontstaat uit verzet tegen wat is. Dat klinkt haast wreed in de oren van iemand die pijn heeft. Maar misschien betekent het ook: pas als je stopt met vechten tegen je realiteit, komt er ruimte om opnieuw te leven — met mildheid, eenvoud en misschien zelfs vreugde.
Ik heb geen pasklaar antwoord. Geen slotzin die alles oplost. Alleen dit: wie leert leven met beperkingen, leert soms ook scherper zien wat er werkelijk toe doet. Niet in een groots, dramatisch gebaar. Maar in kleine momenten van aanwezigheid. In rust. In eerlijkheid. En soms in het simpele lef om te zeggen: dit ben ik nu. En dat is genoeg.