C-support

Vandaag verschijnt in Beter Begeleiden het vakblad van de LLBO, een artikel over kinderen met post-COVID waar wij als C-support een bijdrage aan leverden. Dit vakblad is voor de leden van de Landelijke Beroepsgroep voor Begeleiders in het Onderwijs (LBBO), zoals intern begeleiders, ambulant begeleiders, gedragsspecialisten, jonge-kind specialisten, beeldbegeleiders, specialisten begaafdheid en zelfstandige begeleiders.

In de rubriek ‘Bijzondere kinderen’ wordt iedere uitgave een bijzondere of zeldzame aandoening, stoornis of eigenschap belicht, waarmee onderwijsprofessionals in het werk te maken kunt krijgen. Wat houdt deze in, hoe ga je ermee om en wat hebben deze kinderen nodig? Ook post-COVID is bij veel onderwijsprofessionals nog onbekend. Op deze manier kunnen we als C-support onze kennis en ervaring over kinderen met post-COVID delen zodat de bekendheid over deze postinfectieuze aandoening toeneemt onder deze doelgroep wat bijdraagt aan meer herkenning en erkenning van het ziektebeeld.

Dit artikel is in mei 2025 verschenen in Beter Begeleiden, een uitgave van de LBBO (www.lbbo.nl).

Bij C-support nemen we klachten en feedback serieus. We zien ze niet als last, maar als een kans om onze organisatie te verbeteren. Hilde Vriens, medewerker klachten bij C-support, vertelt hoe wij als organisatie kijken naar onvrede, feedback en klachten van patiënten, professionals en andere betrokkenen. 

Hoe gaan we bij C-support om met feedback of een klacht?

“Wie een klacht heeft, wil in ieder geval serieus genomen worden. We luisteren en proberen de situatie goed te begrijpen. Gezien, gehoord en met respect behandeld worden — dat is de basis. Samen kijken we hoe we het kunnen oplossen. We lossen klachten of onvrede het liefst op, op de plek waar het is misgegaan. Dus samen met de collega’s die ermee te maken hebben. Dat gaat het snelst en voorkomt dat de situatie erger wordt. Als het nodig is, helpt onze afdeling bij het gesprek of nemen we het even over — bijvoorbeeld als het contact lastig is geworden.” 

Kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin een klacht heeft geleid tot een concrete verbetering in de zorg?

“Zeker. We ontvingen een klacht over een nieuwe hulpvraag van een patiënt. Deze melding was over het hoofd gezien, terwijl de hulpvraag van de patiënt dringend was. Naar aanleiding daarvan doen we een extra dagelijkse check op nieuwe hulpvragen. Zo voorkomen we dat dit nog eens gebeurt. Door zulke signalen serieus te nemen, kunnen we onze ondersteuning echt verbeteren.” 

Lukt het altijd om een klacht op te lossen? En wat als dat niet kan? 

“Niet altijd. Soms is er geen duidelijke oplossing of kunnen we niet aan een bepaalde wens voldoen. Maar ook dan is het belangrijk dat mensen hun verhaal kwijt kunnen. Soms denken we mee over een alternatief of leggen we uit waarom iets op een bepaalde manier is gegaan. Ook dat kan duidelijkheid en rust geven. Regelmatig vindt de indiener van de klacht dat voldoende om de klacht af te kunnen ronden. Toch blijft ook in die gevallen ons doel: leren van wat er speelt en kijken hoe we onze dienstverlening kunnen verbeteren.” 

Hoe zorg je als medewerker klachten ervoor dat collega’s leren van klachten en feedback?

“In het afgelopen jaar zijn we met collega’s in teamverband in gesprek gegaan over hun ervaringen met klachten. Niet alleen over de inhoud, maar ook over hoe dat voelt. Een klacht raakt je vaak persoonlijk. Het helpt als je dat kunt bespreken met je leidinggevende of team. We hebben samen besproken dat het niet gaat om ‘gelijk krijgen’, maar om goed overleg en het zoeken naar een oplossing. Dat geldt voor de klager én voor de betrokken medewerker. Iedereen moet zich gehoord voelen. Vanuit die openheid ontstaan echte verbeteringen — en voorkomen we dat dezelfde klacht nog eens terugkomt.” 

Wat wil je dat patiënten en andere betrokkenen weten over het indienen van een klacht of geven van feedback?

“Dat het niet erg is om je onvrede te uiten — het mag en het helpt. We zien een klacht niet als iets negatiefs, maar als een kans om te verbeteren. Als je feedback hebt, deel het met ons. Als je een klacht hebt, kun je het klachtenformulier invullen of mailen, maar telefonisch je klacht bespreken kan ook. En als dat niet genoeg is, kunnen we bemiddelen of kan een onafhankelijke klachtenbemiddelaar van Quasir worden ingeschakeld. Het is belangrijk dat mensen weten dat we een open houding hebben.” 

Heeft u feedback of een klacht?
Uw ervaring helpt ons te verbeteren. Als u feedback wilt delen of een klacht in wilt dienen, vindt u op deze pagina informatie over hoe u dat kunt doen.   

De FMS (Federatie Medisch Specialisten) en de NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) ondersteunen medisch specialisten en huisartsen in de zorg voor mensen met post-COVID. Ze doen dit door richtlijnen beschikbaar te stellen voor de diagnostiek en behandeling van langdurige klachten na COVID-19. Het gaat daarbij om een bundeling van wetenschappelijk onderbouwde adviezen om zorgverleners te ondersteunen bij het nemen van medische beslissingen in de dagelijkse praktijk. Daarnaast ter verbetering van de kwaliteit en doelmatigheid van zorg, én om ervoor te zorgen dat iedere patiënt – ongeacht bij welke arts ze terechtkomen – kan rekenen op dezelfde, verantwoorde zorg. Daar waar de FMS-richtlijn zich richt op de 2e lijns-zorg (ziekenhuiszorg), geeft de NHG-richtlijn ondersteuning voor zorgverleners in de 1e lijn (huisartsenpraktijken).

Nieuwe inzichten

De richtlijn van de FMS en NHG met betrekking tot langdurige klachten na COVID-19 dateert uit 2022. Door nieuwe (wetenschappelijke) inzichten wordt deze inmiddels als verouderd beschouwd en zal worden herzien. Het realiseren van een nieuwe richtlijn is een proces wat regulier één tot twee jaar duurt. Het actualiseren van een bestaande richtlijn kent meestal een korter traject, afhankelijk van de hoeveelheid (nieuwe) wetenschappelijke onderzoeken en benodigde afstemming met alle betrokken partijen. In het voorjaar van 2025 is het proces opgestart om de richtlijnen over post-COVID te herzien. Het is de bedoeling dat deze aangevuld wordt met nieuwe wetenschappelijk onderbouwde inzichten uit onderzoek en literatuur.

Veranderende inzichten

Als C-support zien we veel ontwikkelingen die sinds 2022 bekend zijn geworden over mogelijke oorzaken van post-COVID. Ook is er inmiddels meer inzicht en kennis over de diverse symptomen, over de ernst van deze symptomen en de impact daarvan op het dagelijkse leven en mentale gezondheid. Hieronder valt bijvoorbeeld inzicht in symptoomclusters die vaak voorkomen bij post-COVID patiënten, zoals PEM (Post-exertionele malaise), OI (Orthostatische intolerantie) waaronder POTS (Posturaal orthostatisch tachycardie syndroom) en MCAS (Mestcelactivatie syndroom). Meer inzicht hierin leidt tot meer gerichte adviezen die zorgvuldig moeten worden toegepast door artsen en paramedici om te voorkomen dat er langdurige of onherstelbare schade wordt berokkend. Maar ook tot symptoombehandelingen die kunnen leiden tot een verlichting van symptomen en daarmee verbetering van de kwaliteit van leven. Het is belangrijk dat artsen en paramedici zich realiseren dat de richtlijnen niet meer actueel zijn en dat sommige belangrijke adviezen ontbreken.

Laatste inzichten

Hieronder staan enkele relevante middelen waarin de huidige kennis en inzichten van post-COVID worden weergegeven. Deze zullen worden verwerkt in de herziene FMS en NHG richtlijn.

– Richtlijn sportgeneeskunde (over behandeling bij PEM, POTS en dysfunctionele ademhaling)
– NASA Leantest (Bateman Horne Centre, USA))
– Review Nature – 2025 (over onderliggende theorieën rondom post-COVID)
– Artikel Cell – 2024 (over onderliggende theorieën rondom post-COVID)
– Clinical update Lancet – 2024 (over onderliggende theorieën rondom post-COVID)
– Review Nature – 2023 (over onderliggende theorieën rondom post-COVID)
– Podcast Prisma: wat is post-COVID (voor huisartsen)
– Webinar post-COVID klachten in de huisartsenpraktijk (medische scholing)
– Update kennisagenda biomedisch onderzoek post-COVID 2025 (ZonMw)

Post-COVID journaal van mei 2025 met aandacht voor de kansen en uitdagingen in de post-COVID zorg en ander kort en actueel nieuws. Download hier de integrale tekst van het Post-COVID journaal.

Dit Post-COVID journaal is gemaakt door het Instituut verantwoord Medicijngebruik (IVM) in samenwerking met C-support en mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van ZonMw.

In deze vijfde nieuwsbrief voor professionals leest u meer over:

• Terugblik Nederlandse Long COVID dag
• Expertisecentra voor kinderen / C-support voor kinderen en jongeren
• Opening nieuwe expertisecentra
• Onderzoek
  • Onderzoek klachten na vaccinatie
  • Samenvatting onderzoek Nature
  • Hyperbare zuurstoftherapie update
  • Delphi onderzoek Post-COVID-zorg
  • Publicatie van de kennisbundeling en kennisagenda (ZonMw)
  • Opvragen data t.b.v. onderzoek
  • Update overzicht Q-koortsonderzoek
• Kennisdeling
  • Post-COVID journaals
  • Platform voor kennisuitwisseling post-COVID zorg
  • Lancering PCNN site
  • Online webinar medische scholing
  • Nascholing KOH 13 mei
  • Podcastserie Leven met post-COVID
• Over C-support
  • Samenstelling RvT, vacature bestuurder, meer vacatures

Wilt u voortaan ook de nieuwsbrief voor professionals ontvangen? Meld u hieronder aan, dan ontvangt u 3x per jaar deze nieuwsbrief.

April 2021. Een paar dagen na zijn AstraZeneca-vaccinatie tegen COVID-19 krijgt Gerrit van de Ven hevige klachten. Zijn benen en de helft van zijn gezicht zijn verlamd en hij heeft stekende hoofdpijn. Zijn fysiotherapeut gaat zoeken op internet en komt uit bij het syndroom van Guillain-Barré, een zeldzame spierziekte, en een mogelijke relatie met de vaccinatie. Dat blijkt achteraf nog niet zo gek bedacht.

Toch Guillain-Barré

De huisarts gaat er niet in mee en denkt eerder aan een TIA, wat een neuroloog vervolgens uitsluit. Die vermoedt in eerste instantie Lyme, maar ook dat blijkt na een bloedtest niet de oorzaak van de klachten. “Dan volgt een heel hectische periode met achtereenvolgens verdenkingen van MS, Alzheimer en ALS. Tot een hersenvochtpunctie eindelijk uitsluitsel geeft: ik blijk CIDP te hebben (chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie, red.). Dat is een aandoening aan de motorische- en gevoelszenuwen, die sterk aan Guillain-Barré is verwant. Maar dan zijn we dus wel een half jaar verder.”

Wisselende klachten

Inmiddels waren de klachten gelukkig wat verminderd, vertelt Gerrit: “Na drie maanden was mijn gezicht bijgetrokken en kon ik alweer wat strompelen. Fietsen ging mij beter af, dus daar heb ik veel tijd aan besteed. Wel was het nog steeds alsof er soms naalden in mijn hoofd werden gestoken. In die periode kon ik amper slapen. Later in het proces bleef ik vooral last houden aan mijn handen en voeten. Soms had ik er geen gevoel in en soms ook daar die stekende pijn. Er zijn dagen geweest dat mijn handen zo heet werden, dat ik ze om het half uur in koud water moest steken om de pijn wat te temperen.”

Storing

Gerrit is aanvankelijk blij als hij wordt doorverwezen naar een expertisecentrum voor CIDP. “Maar ik kwam al snel tot de conclusie dat ik persoonlijk met dit type zorg niet verder kwam. En als ik vroeg wat ik er zelf aan kon doen, werd daar wat schouderophalend op gereageerd. Dat wilde er bij mij niet in. Omdat ik af en toe ook klachtenvrij ben, kan ik niet geloven dat die zenuwen blijvend beschadigd zijn. Ik zie het meer als een soort storing in de contacten.”

Weg zombiegevoel

Als informaticus is Gerrit gewend te zoeken en te ervaren. Die houding heeft hij nu ook toegepast op zijn privésituatie. “Hoe is mijn lijf in onbalans geraakt en hoe kan ik dat herstellen? Zo kwam ik via mijn fysiotherapeut terecht bij een acupuncturist. Daar kom ik nu om de zes weken. Het effect van die behandelingen is heel wisselend, maar de laatste keer kreeg ik op een gegeven moment echt kippenvel. Ineens was die mist in mijn hoofd weg, dat zombiegevoel. Ik had gewoon mijn lijf weer terug en dat gedurende enkele dagen.”

Natuurlijke supplementen

Gerrit stapte ook naar een orthomoleculair therapeut, die hem op basis van zijn verhaal en klachten een aantal natuurlijke supplementen voorschreef. “Bij een paar middelen was het effect – in mijn geval – vrij spectaculair. Zo kreeg ik Arnica korrels omdat er constant slijm in mijn longen zat. Twee weken lang hoestte ik fel geel slijm op, maar toen voelden mijn longen ook écht weer schoon. Een andere eyeopener was Lion’s Mane, gemaakt van een Chinese paddestoel. Dat was gericht op aangroei van de myeline, ofwel zenuwgeleiding van mijn zenuwstelsel. Daarna is het gevoel in mijn handen en voeten sterk verbeterd.”

Leefstijl

Gerrit: “Al zoekende werd ik dus bevestigd in het idee dat die onbalans in mijn lijf wel degelijk kan herstellen. Toen ben ik gaan kijken wat ik zelf kan doen om mijn lijf zo goed mogelijk in conditie te brengen. Ik ben helemaal gestopt met suiker en begonnen met intermitted vasten. In mijn geval is dat ’s avonds niet eten na zes uur en de volgende dag ga ik eerst sporten en eet ik pas weer iets tijdens de lunch. En ook dát werkt voor mij. Ik heb meer gevoel in mijn ledematen en meer rust in mijn lijf.”

Pretstofjes

“Voordat ik ziek werd was ik heel fit, veel in beweging. Dat heb ik weer opgepikt. De pretstofjes die je daarbij opwekt, doen me ook goed. Binnenkort ga ik met pensioen, dan heb ik nog meer tijd om aan mijn conditie en herstel te werken. Tijdens de wat mindere momenten loop ik nog weleens als een ‘dronken aap’, maar over het algemeen gaat het nu echt de goede kant op.” De boodschap van Gerrit is helder: de rigide focus op evidence based interventies laat volgens hem mogelijkheden onbenut. “Daar lopen we in Nederland echt in achter.”

Chapeau voor C-support

Gerrit begrijpt dat C-support geen standpunt kan innemen als het gaat om oplossingen die niet wetenschappelijk bewezen zijn. “Maar mijn nazorgadviseur stond wel open voor mijn persoonlijke zoektocht naar alternatieven. Ze heeft me zelfs in contact gebracht met iemand met dezelfde klachten om te sparren en ervaringen te delen. Uiteraard met wederzijdse instemming. Chapeau ook voor de manier waarop C-support omgaat met feedback van patiënten. Zo ging de eerste vragenlijst van het meerjarig onderzoek nauwelijks over de gevolgen van de vaccinaties op de klachten. Daar heb ik toen op gereageerd. Vanuit mijn vak weet ik dat je alleen tot de juiste inzichten komt, door de juiste vragen te stellen. Nou wil ik niet beweren dat het door mij komt, maar de tweede vragenlijst was al beter. Er wordt dus echt naar ons geluisterd.”

Dit verhaal is gebaseerd op de persoonlijke ervaringen en beleving van de betreffende patiënt. Dat delen we als C-support graag omdat we weten hoe patiënten elkaar kunnen inspireren en omdat ook professionals van die persoonlijke ervaringen kunnen leren. Aan de inhoud van dit verhaal kunnen geen adviezen vanuit C-support worden ontleend. 

Nadat vorig jaar de eerste drie post-COVID expertisecentra zijn gestart in Maastricht UMC+, Amsterdam UMC en Erasmus MC, openen de andere vier umc’s ook op korte termijn een post-COVID expertisecentrum voor volwassenen. De beoogde startdata zijn 1 juni voor het LUMC, 1 juli voor het UMCG en vanaf 1 september volgen ook het Radboudumc en UMC Utrecht. Sinds februari 2025 is de zorg voor kinderen met post-COVID beschikbaar in Amsterdam UMC, Maastricht UMC+ en UMC Utrecht.

Aanmelden kan alleen via de eigen huisarts. Op basis van vastgestelde criteria wordt beoordeeld of een patiënt in aanmerking komt.

Criteria voor volwassenen:
· De klachten zijn het gevolg van een corona-infectie.
· Er zijn al minstens een jaar klachten die passen bij post-COVID.
· Er is sprake van verminderd functioneren met minstens 25% (dit komt in het aanmeldsysteem van de huisarts overeen met een score van 60 of lager op de Bell CFIDS disability scale).
· De post-COVID klachten moeten ontstaan zijn door een corona-infectie en geen klachten zijn van een ziekte die al bestond voor de corona-infectie.
· Er is al een behandeltraject (fysiotherapie of ergotherapie) doorlopen, of dat was niet mogelijk door de ernst van de klachten.

Criteria voor kinderen:
· De klachten zijn het gevolg van een corona-infectie.
· Er zijn al minstens zes maanden klachten die passen bij post-COVID.
· Er is sprake van verminderd functioneren.
· De post-COVID klachten moeten ontstaan zijn door een corona-infectie en geen klachten zijn van een ziekte die al bestond voor de corona-infectie.
· Er is al een behandeltraject (fysiotherapie of ergotherapie) doorlopen, of dat was niet mogelijk door de ernst van de klachten.

Verwijsbrief nodig
Na aanmelding komt de patiënt op een centrale aanmeldlijst, waar met een gewogen steekproef uit wordt geselecteerd. Als een patiënt wordt geselecteerd om naar een expertisecentrum te komen, stuurt het expertisecentrum uit de meest nabije regio een bericht naar de huisarts (via Zorgdomein). Hierin wordt gevraagd om de verwijsbrief met medisch inhoudelijke informatie. Niet alle aanvragen voor een verwijsbrief worden direct uitgevoerd. Dit heeft als gevolg dat expertisecentra nu vaak telefonisch contact opnemen met de huisartsenpraktijk, om actief te vragen om de verwijsbrief. Dit is echter erg arbeidsintensief, en niet alle praktijken worden bereikt met als gevolg dat niet alle geselecteerde patiënten daadwerkelijk in het expertisecentrum kunnen worden uitgenodigd. Er wordt gekeken naar oplossingen om dit proces te verbeteren.

Helpdesk
De expertisecentra hebben een gezamenlijke helpdesk ingericht, voor patiënten en professionals. Op de website van de NFU en de UMC’s vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over de post-COVID expertisecentra. Heeft u daarna nog vragen? Neem dan contact op via: helpdesk@postcovidexpertisecentra.nl

C-support hoopt dat op korte termijn zoveel mogelijk patiënten met post-COVID geholpen kunnen worden en blijft advies en ondersteuning geven aan patiënten op de gebieden biomedisch, psychosociaal en werk en inkomen, ongeacht de duur van hun ziekte en de ernst van hun klachten.

In 2022 werd, tijdens de ontwikkeling van de eerste richtlijn voor post-COVID zorg, in samenwerking met ZonMw besloten om een tijdelijke voorziening op te richten. Dit was nodig om de betrokken partijen met elkaar in contact te brengen en hen op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen rondom de zorg voor mensen met langdurige klachten na COVID-19. Omdat de aandoening nog relatief onbekend was, werd verwacht dat zorgontwikkelingen snel zouden volgen en een richtlijn snel verouderd zou zijn.

C-support en de Long Alliantie Nederland (LAN) namen, met subsidie van ZonMw, de taak op zich om gedurende twee jaar het platform “Kennisuitwisseling COVID-19 herstel- en nazorg” op te zetten. Het platform had als doel om de betrokken partijen op regelmatige basis te informeren over de zorg voor mensen met post-COVID.

Betere samenwerking en kennisdeling

De bijeenkomsten stonden in het teken van kennisdeling, het gezamenlijk in kaart brengen van knelpunten in de zorg en het afstemmen van activiteiten. Dit platform heeft bijgedragen aan een betere samenwerking tussen de betrokken organisaties, wat indirect de ondersteuning van mensen met post-COVID-klachten ten goede kwam. Het platform was vooral bedoeld om kennis te delen en een netwerk te creëren door ontmoeting. Het had een tijdelijk karakter, omdat deze functie van kennisuitwisseling uiteindelijk ingebed moest worden in de bestaande zorgstructuren en netwerken.

Evaluatie rol platform

Het platform is na twee jaar opgeheven. Dit door de beëindiging van de subsidie, die vooraf bekend was, en de natuurlijke overname van haar functie door andere platformen, zoals het PCNN. Het is na deze twee jaar geëvalueerd en blijkt in een dynamisch zorglandschap een belangrijke verbindende rol te hebben gespeeld. In een periode waarin richtlijnen snel verouderden en er nog geen goed netwerk was voor post-COVID-zorg, heeft het platform veel waarde gehad. Gedurende de twee jaar werden er twaalf bijeenkomsten georganiseerd, met 51 deelnemende organisaties. Veel verschillende thema’s werden besproken, van zorgvragen tot praktische knelpunten.

Er waren echter ook enkele beperkingen. Het platform had geen mandaat, wat zorgde voor een zekere vrijblijvendheid voor de deelnemende organisaties. Het verspreiden van de informatie naar de achterban was niet altijd vanzelfsprekend en vormt een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Ondanks deze beperkingen, was het opzetten van een tijdelijk platform in een periode van onzekerheid en snelle veranderingen een waardevolle ervaring, die ook in de toekomst als voorbeeld kan dienen bij het omgaan met nieuwe en onbekende zorgbehoeften.

Het platform heeft aangetoond dat samenwerking en kennisdeling essentieel zijn in de zorg voor mensen met post-COVID-klachten en biedt waardevolle lessen voor het verbeteren van zorgstructuren in de toekomst.

Op 21 maart organiseerde Virology Education in samenwerking met Stichting Long COVID en C-support de tweede Nederlandse Long COVID dag. Een dag met inspirerende presentaties en workshops van wetenschappers, artsen en andere professionals. Kennis werd uitgewisseld, nieuwe inzichten gedeeld en er was volop gelegenheid elkaar te ontmoeten.

Alfons Olde Loohuis, medisch adviseur van C-support opende de dag met een presentatie over de overeenkomsten tussen Post-COVID, Q-koorts en andere PAIS en de impact van deze aandoeningen op de kwaliteit van leven van patiënten. Daarna volgde onder andere presentaties over PEM door Dr. Brent Appelman, POTS door Dr. Melvin Lafeber en was er aandacht voor kinderen met Long COVID. Ook werd een update over de expertisecentra gegeven. Verschillende onderzoeken passeerden de revue, zoals over het effect van dysbiose op verstoring van het immuunsysteem, hersenontsteking met PET, effect van vaccinatie op preventie van Long COVID, biomarkers voor Long COVID en update van biomedische onderzoeken vanuit PCNN. In de middag waren er abstract presentaties en diverse interactieve workshops.

Belangrijkste conclusies

De dagvoorzitters, Dr. Roel Coutinho en Dr. Annemarie Wensing, hebben de vijf belangrijkste conclusies van de dag geformuleerd:

1. In de recent geopende expertisecentra kunnen nog slechts een beperkt aantal patiënten terecht.
2. Doel van de expertisecentra is het maken van een richtlijn waardoor in de eerste en tweede lijn patiënten op dezelfde wijze zorg kunnen krijgen.
3. Ondanks veel onderzoek zijn er nog geen biomarkers, de diagnose is gebaseerd op de anamnese.
4. Er lopen een aanzienlijk aantal goed gecontroleerde studies naar het effect van bekende – voor andere aandoeningen ontwikkelde – geneesmiddelen, maar bewezen effectieve behandelingen zijn er nog niet.
5. Biomedisch onderzoek naar Long Covid is wereldwijd in volle gang, getuige het feit dat er in het afgelopen jaar duizenden wetenschappelijke publicaties over zijn gepubliceerd.

Presentaties terugkijken

462 (zorg)professionals en patiënten hebben de dag fysiek of online bijgewoond. Was u niet in de gelegenheid dan heeft u nu de mogelijkheid om verschillende presentaties* terug te kijken. Professionals kunnen de presentaties bekijken via de website van Virology Education (met inlog), patiënten en andere geïnteresseerden kunnen de presentaties bekijken zonder inlog.

Benieuwd naar de laatste ontwikkelingen op het gebied van biomarkers? Dan is de presentatie van Dr. Johan van Weyenbergh zeker interessant. Benieuwd naar wat je als huisarts kunt bieden? Kijk dan de workshop terug van Dr. Merel Hellemons en Jojanneke Kant of laat je informeren door de workshop van sportarts Dr. Kasper Janssen. Ook kunt u de presentaties van de abstract presenters bekijken, waarin onderwerpen aan bod komen zoals: de waarde van de casemanager, ontsteking in de hersenen na SARS-CoV-2, de uitkomsten van de Delphi-studie over de kansen en barrières in de post-COVID zorg en nog veel meer.

*niet alle sprekers hebben toestemming gegeven voor het vastleggen en/of verspreiden van hun presentaties.

Van de mondelinge presentaties en posterpresentaties is een abstractbundel samengesteld die u hieronder kunt bekijken.

Op vrijdag 20 maart 2026 wordt de 3e Nederlandse Long COVID dag georganiseerd. Zet de datum alvast in uw agenda!