Herstel van COVID-19 blijkt niet alleen gevolgen te hebben voor longen en immuunsysteem, maar ook voor de mondgezondheid. Een Servisch onderzoeksteam van de Universiteit van Belgrado onderzocht hoe de nasleep van een coronabesmetting subtiele veranderingen veroorzaakt in de mond en speekselklieren. Hun bevindingen, gepubliceerd in Frontiers in Oral Health, tonen dat COVID-19 blijvende epigenetische sporen achterlaat die de gezondheid van het tandvlees beïnvloeden.
De onderzoekers bestudeerden 83 volwassenen, verdeeld in vier groepen: mensen met gezond tandvlees met of zonder eerdere COVID-19-infectie, en patiënten met parodontitis (ernstige tandvleesontsteking) met of zonder eerdere infectie. Daarnaast werd parotisweefsel – afkomstig uit de speekselklier – onderzocht bij tien extra deelnemers.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt, lagere niveaus vertonen van een enzym genaamd methyltransferase-like 3 (METTL3) in zowel hun speeksel als hun speekselklierweefsel. Dit enzym is betrokken bij een proces dat genexpressie reguleert via RNA-methylatie – een belangrijk mechanisme waarmee het lichaam genactiviteit aanpast zonder het DNA zelf te veranderen.
Opmerkelijk genoeg hadden de COVID-19-herstellenden ook minder tandplaque dan mensen die het virus niet hadden gehad. Dit wijst erop dat het lichaam, na het overwinnen van de infectie, zijn immuunafweer en mondmicrobioom op een nieuwe manier heeft “afgesteld”. Mogelijk leidt deze epigenetische aanpassing tot een evenwichtiger ontstekingsreactie, waardoor tandvlees minder vatbaar wordt voor bacteriële ontsteking.
De onderzoekers vonden geen verband tussen stress of cortisolniveaus en deze veranderingen – wat suggereert dat de effecten vooral biologisch en niet psychologisch van aard zijn. METTL3 bleek bovendien een redelijke biomarker te zijn om vroegere COVID-19-infectie te herkennen, met een diagnostische nauwkeurigheid van bijna 70%.
Volgens hoofdonderzoeker dr. Jelena Roganović duidt dit op “een blijvende verandering in de immuunbalans van de mond, zelfs maanden na herstel”. Deze resultaten openen nieuwe mogelijkheden voor tandheelkundig onderzoek, vooral naar hoe virale infecties de mondgezondheid beïnvloeden via epigenetische routes. Verdere studies moeten bevestigen of deze aanpassingen blijvend zijn, en of ze bescherming bieden of juist nieuwe risico’s meebrengen voor parodontale aandoeningen.
Link naar het oorspronkelijke artikel:
Post-viral alterations in periodontal health in individuals recovering from COVID-19 – Frontiers in Oral Health (2025)
Nader toegelicht
- Epigenetisch mechanisme: Een biologisch proces waarbij genen aan- of uitgezet worden zonder dat de DNA-structuur zelf verandert.
- METTL3: Een enzym dat RNA-methylatie uitvoert (specifiek N6-methyladenosine, m6A), wat invloed heeft op genexpressie en immuunreacties.
- Parodontitis: Een chronische ontsteking van het tandvlees en kaakbot die kan leiden tot tandverlies.
- Parotis: De grote speekselklier voor het oor, belangrijk voor speekselproductie.
- Plaque-index (PI): Een maat voor de hoeveelheid tandplaque op het gebit.
- ROC-curve: Statistische methode om de nauwkeurigheid van een biomarker te meten bij het onderscheiden van patiëntgroepen.