Een nieuwe grootschalige Nederlandse studie, uitgevoerd door onderzoekers van het RIVM binnen het VASCO-cohort, laat zien dat het risico op langdurige klachten na een COVID-19-besmetting in het najaar van 2023 aanzienlijk lager was dan in eerdere fases van de pandemie. De onderzoekers volgden ruim 11.000 volwassenen – zowel mensen die besmet raakten als een vergelijkbare groep die niet besmet werd – gedurende een jaar.
De studie, getiteld “Post-COVID-19 condition in individuals infected with SARS-CoV-2 in autumn 2023 in the Netherlands”, is de eerste die vóór- en na-infectiegegevens combineert met gegevens van niet-besmette deelnemers. Hierdoor konden de onderzoekers onderscheid maken tussen klachten die echt nieuw waren na een besmetting en klachten die al eerder bestonden of ook voorkwamen bij mensen die geen COVID-19 hadden.
De resultaten laten zien dat de zogenoemde post-COVID-19 condition (PCC), ook bekend als long COVID, zelden voorkwam na besmetting met de Omicron-variant JN.1. De geschatte overmaat aan langdurige klachten was 0,2% na 90 dagen, 0,5% na 180 dagen, 0,7% na 270 dagen en 0,0% na 360 dagen. Deze percentages verschillen statistisch niet van die bij de niet-besmette groep.
Wel gaven deelnemers die besmet waren tijdelijk vaker aan lichte of ernstige klachten aan COVID-19 toe te schrijven. Zo meldde 7,2% lichte en 0,6% ernstige langdurige symptomen na 90 dagen, dalend tot 3,2% en 0,3% na 180 dagen. Na 270 dagen waren deze verschillen verdwenen. Dat wijst erop dat eventuele restklachten na een recente infectie meestal mild en tijdelijk zijn.
Volgens hoofdauteur Siméon de Bruijn (RIVM) duiden de resultaten erop dat het risico op langdurige klachten in 2023 veel kleiner was dan in de eerste pandemiejaren. Tijdens de Alpha- en Delta-periodes lag de geschatte prevalentie van PCC nog rond de 10–13%. De onderzoekers schrijven de daling toe aan opgebouwde immuniteit door vaccinatie en eerdere infecties, én aan veranderde eigenschappen van het virus zelf.
Ook het ontvangen van de XBB.1.5-booster leek een mogelijk, zij het niet significant, beschermend effect te hebben. Verder bleken ouderen en jongere volwassenen een vergelijkbaar laag risico te hebben op langdurige klachten.
De studie benadrukt dat ernstige gevallen van long COVID nog steeds kunnen voorkomen, maar dat op populatieniveau de kans klein is. Dit is belangrijk nieuws voor de volksgezondheid, aldus de auteurs, die pleiten voor blijvende monitoring van langdurige klachten na infectie om eventuele veranderingen tijdig te signaleren.
Link naar het oorspronkelijke artikel:
https://www.rivm.nl/vasco/resultaten
Nader toegelicht
Post-COVID-19 condition (PCC) / long COVID: verzamelterm voor klachten die langer dan drie maanden aanhouden na een besmetting met SARS-CoV-2 en niet door een andere oorzaak verklaard kunnen worden.
VASCO-cohort: een langlopend Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van COVID-19-vaccinaties, uitgevoerd door het RIVM, waarin duizenden volwassenen regelmatig vragenlijsten en bloedmonsters aanleveren.
Serologie / N-antistoffen: bloedonderzoek naar antistoffen tegen het nucleocapside-eiwit van SARS-CoV-2, waarmee recente infecties kunnen worden opgespoord.
Omicron JN.1: een subvariant van het coronavirus die in het najaar van 2023 in Nederland dominant was.
XBB.1.5-booster: een vaccinatie die specifiek gericht is op bescherming tegen de Omicron XBB.1.5-variant.